Wijsheid van een druppel water
De vraag ‘wie ben ik?’ houdt velen al eeuwen lang bezig. Dit is in onze tijd niet anders, nog steeds wordt daar over nagedacht wordt.
Al snel wordt het een situatie van een wensbeeld over wie je graag bent en wie je bent. Een denkbeeldige vorm, bestaande uit WIE, WAT, WAAR, WANNEER en HOE. Vaak herkenbaar als proberen controle op mijn leven (functioneren) te houden versus grip op mijn leven (functioneren) hebben. Die twee liggen vaak mijlen ver uit elkaar. Hieronder het verhaal van Henk die de moed had te onderzoeken hoe hij hiertussen een brug kon bouwen en meer zelf de leiding over zijn leven (functioneren) kan nemen.
“Je weet pas dat je een druppeltje water bent als je de zee ziet”. Deze gedachte popte op, op het moment dat mijmerde over faalangst en de coachingsvraag van Henk 'hoe kan ik mijn innerlijke leiding en daarmee mijn leiderschap versterken? Henk is een toegewijde man van middelbare leeftijd met vernieuwende ideeën die werkt als IT manager. Toen Henk nog ondergedompeld was in het patroon van maskeren van angst en onzekerheid, had hij het niet door. Pas op het moment dat hij hier overzicht over kreeg, zag hij het. Net als dat druppeltje water pas herkent dat ’ie water is op het moment dat ’ie de zee ziet en het druppeltje zichzelf erkent.
Too many people are not aware that they are not aware. They often live without self-confidence and act out of fear and uncertainties not even noticing this.
De zee is in dit verhaal een metafoor voor de eenheid, waar dat druppeltje onderdeel van is. Het druppeltje water had echter niet door water te zijn, totdat het zichzelf in afgescheidenheid als water zag en realiseerde onderdeel te zijn van de zee.
Water is water
Hoe kun je nu water zijn en het niet weten dat dit zo is? Dat kan misschien voortkomen uit de angst om water te zijn. Een vreemde gewaarwording, bang zijn voor diegene of datgene je werkelijk bent. “Ik ben water en ik ben bang om water te zijn”. Bang om mijn identiteit als druppel water te verliezen zodra ik onderdeel van het geheel, die zee van water ben. Daar waar de grenzen van de druppel wegvallen. Daar waar de grens (kader) van mijn bestaan verdwijnt en ik opga in het geheel. Wie ben ik dan nog? Inderdaad niet meer die fysiek begrensde druppel water, maar nog steeds water met dezelfde kracht en eigenschappen. Sterker nog, in eenheid is water nog krachtiger en komen de eigenschappen nog duidelijker tot hun recht.
Gevoel is gevoel
Hoe kan het dan dat dit druppeltje bang is zijn identiteit te verliezen? Water is immers water en dat druppeltje water is ook als druppeltje water buiten de zee water. Blijkbaar heeft dat druppeltje water het idee, de illusie, dat het alleen in afgescheidenheid kan bestaan van de zee en wordt die illusie, die gedachte en daarmee de afgescheidenheid in stand gehouden door angst. Angst waarvoor? Angst niet meer te bestaan in die eenheid?
Voelde dat druppeltje water zich niet goed genoeg om water te zijn? Is dat druppeltje water bang dat er niets meer is zodra het (identiteitswens)beeld ‘ik ben een druppeltje water’ wegvalt? Denkt dat druppeltje water misschien dat het niet het vermogen heeft om water te zijn?
Henk was ook als dat druppeltje water. Veilig omgeven door allerlei emoties en patronen die de afgescheidenheid in stand hielden. Een beschermingsmechanisme om te vermijden gekwetst, niet te voldoen en afgewezen te worden. Henk had geregeld een diep gevoel van afwijzing en gevoelens die anderen zouden classificeren als depressief, terwijl ergens in hem iets leefde wat tot bloei wilde komen. Dat uitte zich dan in gedachten zoals: ‘ik doe liever niets dan iets, dan loop ik ook geen risico dat het misgaat of dat ik word afgewezen of dat ik de onmacht voel van falen’. Niets doen voorkomt ook de confrontatie met de onvervulde behoefte aan erkenning [verering]. En ‘als ik morgen niet meer wakker wordt, ook goed’. Want afwijzing roept dat gevoel op van verdriet en niet voldoen. Rollen die we spelen om te dealen met pijn.
Henk had namelijk een overlevingsmechanisme ontwikkeld om ‘het beste jongetje van de klas te willen zijn’. Hiertoe zette hij verschillende kwaliteiten in, waaronder perfectionisme wat zich uitte als bemoeizucht en ongevraagd de redderrol spelen (Bron: Dramadriehoek) en betweterigheid (valkuil in Kernkwadrantenmodel van Ofman). Op die manier dacht hij het gevoel van ‘ik ben niets’ te kunnen maskeren. Want zo dacht Henk, als anderen mij oké vinden en me waarderen, voel ik me gezien en gewaardeerd, dan ben ik wel iets, dan voel ik me oké. Niets is minder waar, hij kwam erachter dat de buitenwereld nooit zijn angsten en onzekerheden kan wegnemen. Dat kun je alleen jezelf geven. Hij besefte ook dat als hij wordt gepusht, onder het mom van motiveren en helpen, “ik weet wat goed voor jou is”, averechts werkt, vooral omdat hij zich dan niet gezien, niet erkend en niet gesteund voelt. Zie je wel ‘ik kan ook niets, ik voldoe weer niet’!
Kwetsbaarheid laten zien is een kracht
Vreemd genoeg uitte Henk zich ook niet, omdat hij zich schaamde om zijn kwetsbaarheid te laten zien. Henk ervoer dat als ‘zwakte’ om te laten zien. Henk was ook bang was dat anderen zijn ideeën, kennis en modellen gebruiken voor hun eigen belangen en doeleinden. Deze angst voor misbruik, dat zijn kennis en wijsheid ongevraagd worden gebruikt en misbruikt, ondermijnde ook zijn behoefte aan erkenning [status en verering]. Immers, daarmee verloor hij datgene wat hem die erkenning zou kunnen bezorgen. Door zijn ideeën en kennis niet te delen, hield hij zich uit het licht en plaatste hij zich in het donker, in zijn eigen angst en daarmee scheidde hij zich af en hield hij die afgescheidenheid en gevoel van ongelukkig zijn in stand.
Uit Braveheart
De dramacirkel, een vicieuze cirkel
Daarmee begon de cirkel zich te sluiten. Angst, ontkenning en (bestaans)onzekerheid dienden zich aan. Gedachten die dan de kop opstaken waren: ‘zie je wel, ik kan ook helemaal niks’, 'ik weet niet waar ik moet beginnen’ en ‘laat maar, ik geef het op’ en 'ik ben niet bij machte hierin te veranderen' [ontmoedigt]. Gedachten die weer die depressiviteit aanzette. Uit frustratie en om de confrontatie met zichzelf te ontwijken, vluchtte hij in alcohol, drugs en afleidingen en vooral zoetigheid om zichzelf ZOET te vinden en te houden. Daardoor voelde hij zich voor korte duur beter maar daarna altijd toch weer alleen, verdrietig, slachtoffer, hopeloos, onzeker en vooral machteloos en krachteloos wat de cirkel sloot. Dit alles was uiteindelijk een impuls voor Henk om toch iets te gaan doen, hij wilde dit niet meer moeten dragen. Die angst en onzekerheden zitten in Henk en hij alleen kan hierin iets veranderen, als hij dat zelf wil.
De uitweg is de inweg
Henk restte nog maar één ding, hij kon besluiten zijn angsten en onzekerheden onder ogen te komen, te erkennen. Hij zou moeten leren om uit het mentale verhaal van de emotie te stappen en te voelen wat er in hem zich aandient. Een gevoel is niets meer dan een gevoel, wat erkend en gevoeld wil worden. Maar, de manier hoe Henk over dit gevoel is gaan denken en de aanklevende overtuigingen die voor waar worden aangenomen, maken het zwaar en uitzichtloos.
Hoe is het nu met Henk? Hij had de moed zich onder te dompelen in een intensief proces van zelfreflectie en introspectie proces. Nu voelt Henk zich echt iemand die er mag zijn.
Durf jij ook jezelf onder ogen te komen en te onderzoeken waarin je je innerlijk leiderschap beperkt?
Marcel Hermsen - mei 2018